Standaarden zijn mooi. De werkelijkheid is lelijk.

Standaarden zijn mooi. De werkelijkheid is lelijk 🤡 Ik geloof in open standaarden. Echt. Maar ik geloof nog meer in werkende oplossingen. In de praktijk blijkt dat conformeren aan standaarden zelden zo eenvoudig is als het lijkt. 💬 Herkenbaar? Ik hoor graag hoe jij dit ervaart.

Laat ik beginnen met dit: Ik ben voorstander van open standaarden. Ze zijn essentieel voor samenwerking, transparantie en toekomstbestendigheid. Ze maken het mogelijk om data echt te delen, en daarmee publieke waarde te creëren over de grenzen van organisaties heen.

Maar ik ben ook realistisch. Want ik zie het keer op keer gebeuren: “Als we allemaal dezelfde open standaard gebruiken, dan is de uitwisseling van data geregeld.” Was het maar zo simpel. In werkelijkheid zijn open standaarden vaak slechts een deel van de oplossing.

De praktijk is complexer.

Systemen zijn geen blanco canvas. Ze zitten vol afhankelijkheden:

- met andere systemen,

- met processen die al jaren draaien,

- met mensen die met die processen werken,

- met beleid en eigenaarschap,

- en met historie, die zelden netjes gedocumenteerd is.

Vaak zijn systemen gebouwd op logica die ooit klopte, maar ondertussen flink uit de pas is gaan lopen. En dan verwachten we dat iedereen “even” conformeert? Dat een leverancier z’n applicatie aanpast voor een standaard waar z’n andere klanten niks aan hebben? Dat een organisatie z’n interne datastructuren wijzigt voor een externe wens die volgend jaar zomaar weer verandert?

Zo werkt het vaak niet, helaas pindakaas.

De praktijk werkt niet met één waarheid.

Open standaarden geven richting. Ze zijn het begin van een gesprek. Maar data bruikbaar maken in de praktijk, is een ander spel. Een standaard is één vorm. De werkelijkheid vraagt om meerdere vormen tegelijk, afhankelijk van:

- het systeem dat de data ontvangt,

- de beveiligingseisen (OAuth, API-tokens, VPN, etc.),

- het formaat (XML, JSON, CSV, WFS – je kent het rijtje),

- de semantiek (wat bedoelen we precies?),

Soms moet dezelfde databron in drie formaten beschikbaar zijn. Niet omdat dat ‘mooi’ is, maar omdat het moet:

- omdat drie leveranciers elk iets anders vereisen,

- omdat wetgeving of ketenafspraken het zo voorschrijven,

- of gewoon omdat je als organisatie zélf nog in transitie zit.

En dan gebeurt het onvermijdelijke...

Als je alleen stuurt op de standaard, dan gaan mensen workarounds bouwen:

- scripting aan de ontvangende kant,

- ETL-processen om alles ‘recht te trekken’,

- export-import-cirkels tussen systemen.

Het gevolg? Technische schuld, versnippering, vervuiling – én het verlies van grip bij de bronhouder.

Wat als we het eens omdraaien?

Wat als we data zó ontsluiten, dat één databron op meerdere manieren gepresenteerd kan worden? Niet door het bronsysteem zelf aan te passen, maar door een flexibele ontsluitingslaag erbovenop te zetten. Een connector die:

- data levert in het formaat dat de gebruiker nodig heeft,

- beveiliging en semantiek waarborgt,

- én herbruikbaar is voor meerdere doelen tegelijk.

Zo voorkom je dat iedereen zelf moet gaan knutselen. En houd je als bronhouder regie over kwaliteit, veiligheid én betekenis.

Adoptie van standaarden is géén lineair proces

Laten we ook eerlijk zijn: Standaarden worden niet door iedereen tegelijk geadopteerd. De één loopt voorop. De ander is bezig met een ERP-implementatie. Sommige partijen beginnen net aan datagedreven werken. Anderen zitten al bij de tweede generatie API’s.

Je kunt dus niet wachten tot iedereen zover is. En je moet ook niet vertragen tot de langzaamste meekan. Wat je wél kunt doen: Nu starten. Op een manier die werkt vandaag én flexibel genoeg is voor morgen.

Begin eenvoudig. Bouw slim. Vervang later.

Wij zien het vaak gebeuren: Organisaties willen aan de slag, maar raken verlamd door de complexiteit van een volledige standaardimplementatie. Onze boodschap is dan: Begin. Maar begin eenvoudig.

- Zet een ontsluitingslaag vóór je systemen.

- Lever wat gevraagd wordt, zonder je hele landschap om te gooien.

- En als je later een systeem vervangt? Bouw dan standaard-conform, en zet de volgende stap.

Zo ontstaat er een migratiepad zonder disruptie. Een pad waarbij je meteen waarde levert én tegelijk investeert in een toekomstbestendig fundament.

Dus: zijn open standaarden passé?

Nee, zeker niet. Maar ze zijn geen toverformule. Ze zijn een richtinggever. Een afspraak. Het echte werk begint bij de implementatie en die vraagt om flexibiliteit, inzicht en regie. Zolang we blijven doen alsof één waarheid voor iedereen geldt, gaan we het niet redden.

Wat we nodig hebben is een infrastructuur waarin data aanpasbaar, herbruikbaar én stabiel gepresenteerd kan worden, afgestemd op waar de gebruiker zit in z’n adoptieproces. Dan pas gaan open standaarden écht iets opleveren.

Herkenbaar? Of zie jij het anders? Ik ben benieuwd hoe jij omgaat met de spanning tussen standaardisatie, adoptie en realiteit.

Meer?

Volg ons op Linkedin! Dan krijg je een notificatie op het moment dat we iets nieuws publiceren :-)

Ga naar onze Linkedin

Purple Polar Bear B.V. | hello@purplepolarbear.nl | KvK: 70930899 | BTW: NL858515283B01