Hoe kan je jouw applicatie draaien door middel van verschillende systemen?

 

 

 

 

Het Internet is een netwerk van miljoenen computers, verspreid over de hele wereld. Via het Internet kan informatie worden aangeboden, opgevraagd en verstuurd.

 

Om een website aan te bieden op het internet, zet je deze op een server. Vaak bestaat je applicatie uit je code, een database en geüploade bestanden. Je zou dit op één server kunnen neerzetten, maar je kan het ook verdelen over verschillende gespecialiseerde onderdelen zodat je downtime of andere risico’s kan reduceren.

 

Om dit te doen kan je je code scheiden van de database en de opslagruimte. Dit betekent dat je de applicatie op een applicatieserver zet, de database op een databaseserver en de opslagruimte ook op een andere plek neerzet.

 

Je kunt nog meer risicomijdend te werk gaan door de gescheiden servers ook nog eens dubbel uit te voeren. Het is verstandig dit op verschillende fysieke plekken te doen, dit noem je dual-zone uitvoering. Dit doe je door bijvoorbeeld servers in te richten in Frankfurt en in Amsterdam. Dus als de 1e faciliteit afbrandt heb je altijd de andere nog.

 

Bij het dubbel uitvoeren van de applicatie heb je een load balancer nodig die het verkeer verdeelt over de servers. De bezoekers merken hier niets van. Mocht er opeens een piek van bezoekers plaats vinden, kun je dit met deze oplossing managen.

 

Er zijn meer voordelen aan een load balancer, zo staan de applicatie servers niet direct in contact met het grote boze internet, waardoor hack pogingen moeilijker worden. Daarnaast kun je makkelijk via de load balancer één server onttrekken uit het proces om updates uit te voeren, terwijl de andere server de bezoekers afhandelt. Hierdoor ervaren bezoekers dus geen downtime bij een update.